BNB

Dit keer beantwoord Alyanne Duker van Spie onze vragen.

Wat deed je?

‘Ik ben begonnen bij een installatieadviesbureau. Afhankelijk van de uitvraag van de opdrachtgever legden we weinig tot veel informatie aan de voorkant van een project vast. Indien er veel informatie gevraagd werd, gaven we de aannemer hiermee weinig ruimte voor eigen inbreng vanwege de specifieke eisen. Dit was natuurlijk ook afhankelijk van de gekozen contractvorm.’

Wat doe je?

‘Inmiddels is de markt aan het veranderen. Ik zie dat de aannemer meer invloed op het ontwerp krijgt. Dat heeft alles te maken met de toenemende complexiteit van bouwwerken. Vroeger ging bouwen om de stenen, tegenwoordig draait een bouwwerk veel meer om de installaties en complexe systemen. Dat is dan ook de reden dat aannemers tegenwoordig vaak al in het ontwerptraject worden geconsulteerd. Heel logisch in mijn ogen, want zij zijn degenen die het gaan maken en zij hebben hiermee de juiste informatie. Met behulp van BIM-protocollen en informatieleveringsspecificaties leggen we de wat vast omtrent gebouwinformatie en in het BIM-uitvoeringsplan omschrijven we de hoe zoals op wat voor manier, welke methodieken we daarvoor gebruiken en hoe we gaan samenwerken. Een duidelijk andere manier dan het op voorhand dichttimmeren in een bestek.’
 

Wat ga je doen?
‘Dat zal per bedrijf verschillen. Er zijn nog steeds partijen die hun ontwerp zo uitkauwen dat er geen ruimte is voor eigen inbreng. Er zijn gelukkig ook partijen die prestatiegericht voorschrijven. Dat biedt ruimte voor mooie en duurzame oplossingen als Light as a Service. Ik verwacht dat de informatie te leveren per fase veel specifieker wordt, omdat een bouwwerk compleet digitaal kan worden ontworpen voordat er gebouwd wordt. Om dit te doen wordt ook de behoefte van onderaannemers aan informatievoorziening in een eerder stadium al meegenomen. Het BIM-protocol zal steeds meer verweven met het contract en het BIM-uitvoeringsplan met het projectmanagementplan. En als dan toch de informatie er is, kunnen we deze ook in het beheer en onderhoud gebruiken of in een nieuw project. Zo kunnen we steeds beter leren van faalkosten en steeds efficiënter, slimmer en daardoor duurzamer bouwen.’